Het Zorgprestatiemodel: maak het een succes

De huidige bekostiging van de geestelijk gezondheidszorg (GGZ) en forensische zorg (FZ) kent meerdere knelpunten en is op de lange termijn niet toekomstbestendig. Om deze reden werken de NZa en diverse veldpartijen aan een nieuwe vorm van financiering. Op 1 januari 2022 wordt in de GGZ en FZ het Zorgprestatiemodel ingevoerd. Dit model zal de generalistische basis-ggz prestaties, de db(b)c’s en de zzp’s gaan vervangen. Al deze financieringsstromen zullen op dezelfde wijze bekostigd worden.

Wij kunnen ons voorstellen dat het overweldigend kan voelen dat er een nieuw financieringsmodel op de instellingen afkomt. Misschien lijkt het alsof er weinig invloed uitgeoefend kan worden op wat er gebeurt. Wij geven een aantal tips hoe je het heft in eigen hand kan nemen en optimaal gebruik kan maken van het Zorgprestatiemodel. In dit blog geeft Matthieu Dekker, Coördinator Wet- en Regelgeving bij gebruikersvereniging GVPQ, zijn perspectief op het Zorgprestatiemodel.

Beloftes waarmaken

Een groot voordeel van het Zorgprestatiemodel is dat de geleverde zorg veel sneller gedeclareerd kan worden. Daarnaast zijn beloftes gedaan zoals verlichting van administratieve druk voor de behandelaars en een duidelijkere zorgnota voor de cliënt. Dit zorgt ervoor dat de declaraties ook makkelijker te controleren zijn op juistheid. Mochten deze beloftes waargemaakt worden, dan levert dat volgens Matthieu een hoop op voor de GGZ- en FZ-instellingen. De instellingen moeten hier echter zelf ook energie in steken.

De grootste vraag die Matthieu heeft bij het Zorgprestatiemodel is of de instellingen op tijd klaar zullen zijn en of de systemen zijn toegerust. De GGZ- en FZ-instellingen hebben hier zelf een grote verantwoordelijkheid in. De door het landelijke programma vastgestelde specificaties moeten op de juiste manier ingericht worden in het ECD/EPD. Het uitblijven van de definitieve specificaties vanuit het landelijke programma zal een grote uitdaging worden voor de ICT leveranciers. De verwachting is dat deze de eerste week van april opgeleverd zullen worden.

Instellingen zullen zelf veel aandacht moeten besteden aan de interne communicatie over het Zorgprestatiemodel. Het informeren en scholen van de behandelaars en andere eindgebruikers is een voorwaarde voor een succesvolle implementatie. Daarnaast is het belangrijk om patiënten tijdig te informeren.

Actief meewerken aan ECD/EPD inrichting

Een manier om actief bij betrokken te zijn bij de inrichting van het ECD/EPD is om deel te nemen aan de gebruikersvereniging van het ECD/EPD wat je als organisatie in gebruik hebt. In een gebruikersvereniging werken professionals van verschillende instellingen samen binnen werkgroepen om te bepalen welke functionaliteiten beschikbaar moeten komen in het ECD/EPD.

Matthieu heeft goede ervaringen met zijn gebruikersvereniging, GVPQ. Deze gebruikersvereniging vertegenwoordigt een groot aantal GGZ instellingen die werken met MijnQuarant. Het Zorgprestatiemodel is op dit moment het belangrijkste punt op de agenda van de gebruikersvereniging. Met een kernteam komen ze wekelijks samen om de voorwaarden voor het vernieuwde ECD/EPD in kaart te brengen. Een klankbordgroep kijkt op de achtergrond met de gebruikersvereniging mee. Daarin zitten experts vanuit verschillende invalshoeken.

Volgens Matthieu is het grote voordeel van een gebruikersvereniging dat je vanuit elke instelling een specialist betrokken hebt, zoals zorgadministratie adviseurs en controllers. Deze specialisten kunnen geraadpleegd worden voor allerlei vraagstukken rondom de inrichting van het Zorgprestatiemodel.

Behandelaars op tijd betrekken

Een valkuil bij het implementeren van nieuwe werkprocessen is het te laat betrekken van behandelaars en andere eindgebruikers. Zorg ervoor dat deze medewerkers tijdig worden betrokken bij het inrichten van de processen in het ECD/EPD. Behandelaars weten meestal goed hoe het ECD/EPD hun werkproces kan ondersteunen. Matthieu is het hiermee eens: “Maak nu gelijk gebruik van het moment om het op de juiste manier in te richten, niet blijven hangen in het oude”.

Ook geeft Matthieu aan dat het belangrijk is om afstemming te zoeken bij de behandelaars. “In de werkgroepen zitten meestal ICT- of zorgadministratieve medewerkers. We missen vaak de behandelaars aan boord”. De uitgewerkte inrichting moet getoetst worden bij de behandelaars. Het Zorgprestatiemodel belooft zo min mogelijk administratieve belasting bij de behandelaars te leggen. Mogelijk zien de behandelaars toch knelpunten of kunnen hun ideeën de inrichting naar een hoger niveau tillen. Daarnaast zorgt het op tijd betrekken van eindgebruikers ervoor dat er uiteindelijk minder weerstand is bij het gebruik van de nieuwe functionaliteiten. Hierdoor ontstaat meer draagvlak binnen de organisatie.

Volgende stap

De wijzigingen ten behoeve van het Zorgprestatiemodel kunnen impact hebben op bijvoorbeeld werkprocessen, informatievoorziening en bedrijfsvoering. Het is van belang om deze impact zo snel mogelijk inzichtelijk te maken zodat er eventueel tijdig actie op ondernomen kan worden. Vanuit het landelijk programma zijn er daarom diverse tabellen beschikbaar gesteld die gebruikt kunnen worden voor simulaties. Onze consultants staan klaar om te ondersteunen op diverse vlakken, zoals procesanalyse, projectmanagement of informatiemanagement.

Heb je vragen of wil je graag eens sparren? Neem contact met ons op, wij denken graag met je mee!

Topic: